Je wagen blijft op de baan omdat je wielen contact maken met het wegdek. Bij regen komt er een laagje water op het wegdek te staan. Fabrikanten van autobanden doen er alles aan om via het profiel van de banden dit laagje water af te voeren, zodat je grip houdt op de weg. Rijd je sneller dan 70 km per uur en ligt er veel water op de weg? Dan heb je een probleem. Het water tussen de weg en je wielen raakt niet meer weg en je gaat zweven over het asfalt. Voor chauffeurs is dit één van de gevaarlijkste situaties. Voor wie graag vergelijkt van veilig naar gevaarlijk: droog wegdek, nat wegdek, sneeuw, ijs, aquaplaning. Laat je dus niet verrassen!
1. Vermijd. Ook aquaplaning kan je vermijden door proactief te rijden. Pas je snelheid onmiddellijk aan bij zware regenval. Je verkleint het risico op watergladheid met 80% wanneer je trager gaat rijden dan 90 km/uur.
2. Kijk vooruit. Mocht je in de problemen komen, dan ligt de oplossing niet vlak voor je wagen. Ze bevindt zich in de verte en dus focus je best op het punt waar je heen wil.
3. Reageer beheerst. Minder voorzichtig gas, niet direct of bruusk. Wanneer je wielen draaien behoud je controle. Zeker bij achterwielaandrijving is dit heel belangrijk om slippen te vermijden. Hard remmen of heftig sturen zijn ook geen goed idee. Rijd je met een manuele versnellingsbak? Duw dan eerst de koppeling in en laat ze langzaam terugkomen eens je uit de gevarenzone bent.
4. Behandel met liefde. Je stuur kan je helpen, hou het daarom zacht en ontspannen in je handen. Klopt, dat is makkelijker gezegd dan gedaan in stressvolle situaties. Blijf vooral de baas en stuur tegen de beweging van de wagen in. Komt de wagen recht, stuur dan snel weer rechtdoor.
5. En alles met mate. Onbewust hebben we de neiging om te veel te sturen. Vooral bij spoorvorming kan dat een probleem zijn wanneer je weer grip krijgt. Een hevige ruk aan het stuur in de verkeerde richting leidt dan tot problemen.